Out of Home (OOH) en ook digital out of home (DOOH) is er in vele soorten en maten variërend van A0-borden tot snelwegmasten. De meest bekende vorm is misschien wel de abri, waarschijnlijk omdat die het meest voorkomt in het straatbeeld. Het aandeel van de abri is op dit moment 52%, alle andere vormen hebben dus een gezamenlijk aandeel van 48%. Maar hoe bereken je zo’n aandeel?
Er zijn grofweg twee manieren om de inventory van (D)OOH in kaart te brengen. Dat is op basis van het aantal objecten en op basis van het aantal vlakken. Eenvoudig voorbeeld: een driehoeksbord is een object met drie vlakken. Zo kan een abri als object ook bestaan uit meerdere vlakken, bijvoorbeeld ingeval een ‘scroller’ of tweezijdige panelen. Maar uit hoeveel ‘vlakken’ bestaat een digitaal scherm en hoe bereken je dan het aandeel van digitaal ten opzichte van analoog.
Een digitaal scherm vertoont de inhoud in een loop die x-seconden duurt en waarin ruimte is voor y-aantal uitingen. Elke digitale commerciële uiting zou je als ‘vlak’ kunnen bestempelen vergelijkbaar met een papieren poster in een abri of andere analoge vorm. Het probleem is dat het aantal digitale vlakken niet op voorhand is vast te stellen. Het is o.a. afhankelijk van de tijdsduur van een loop en de (spot-) lengte van de uitingen. Bovendien kan het aantal vertoningen variëren als gevolg van een programmatic ingekochte campagne. Om die reden is de vergelijking tussen analoog en digitaal op basis van vlakken niet helemaal juist om bijvoorbeeld het aandeel van digitaal uit te rekenen. Beter is het om uit te gaan van het aantal objecten.
Ruim 46.000 objecten
Op basis van de gegevens van Court1, dat exploitantendata verzameld in het systeem Cäsar, is een inventarisatie gemaakt van het objectenbestand in Nederland. In totaal gaat het om ruim 46.000 objecten verdeeld over zeven ‘formaten’ en drie verschijningsvormen. In de tellingen zijn alleen vaste objecten opgenomen, dus geen ‘rijdende’ objecten zoals op een bussen en/of trams.
Grafiek 1: aantal objecten naar formaat (september 2021)
Zoals gezegd vormen abri’s de grootste groep met een aandeel van 52%. De abri kent in de markt verschillende namen zoals mupi, metropole, inner city en city live, maar de verzamelnaam is abri en het formaat is overal hetzelfde namelijk 1185 x 1750 mm.
De tweede groep in omvang betreft de A0-borden. Ze zijn wat kleiner in formaat en hebben samen met de A1- en A2-vlakken een aandeel van 45%. De formaten variëren hier van 840 x 1188 mm (A0) tot 420 x 594 mm (A2).
De resterende 3% wordt verdeeld onder de billboards, reclamemasten en speciale formaten. De 260 reclamemasten bestaan voor 80% uit snelwegmasten.
Verschijningsvorm
Naast een indeling naar formaat registreert Cäsar ook naar verschijningsvorm. Hier zijn drie categorieën te zien: analoog, digitaal en scrollers. Analoog heeft met 88% het grootste marktaandeel, de scrollers (abri’s/billboards met routerende vlakken) vertegenwoordigen 2% van de markt. De overige 10% is voor digitaal en deze komt voor bij abri’s, billboards, reclamemasten en speciale formaten. Vooral in deze laatste groep is het aandeel digitaal (83%) zeer hoog ten opzichte van de andere formaten. De digitale specials bestaan voor bijna de helft uit zogeheten Artscreens die in de horeca en cultuurgelegenheden te vinden zijn. Een kwart van de digitale specials bestaat uit schermen bij tankstations.
Grafiek 2: formaten naar verschijningsvorm (september 2021)
Outreach zal de ontwikkeling van de (D)OOH-inventory periodiek rapporteren. Neem voor vragen contact op met Outreach.