Vandaag publiceerde FD een artikel over de steeds hogere tarieven voor TV-reclame terwijl de kijktijd van televisie alleen maar daalt. Aan het woord is onder andere Aschwin de Bruijn (Magna Global), die aangeeft dat een deel van het televisiebudget wel eens naar (D)OOH zou kunnen gaan. Ook worden radio en online genoemd. Voor veel adverteerders wordt het bereik op televisie te duur en wordt er gezocht naar alternatieven. De Bruijn: “‘Ik schrik nog steeds van deze prijsstijgingen. Er kan een omslagpunt komen waarbij het minder interessant wordt om op TV te adverteren. Adverteerders betalen nu steeds meer voor steeds minder bereik.”
Ook bij de bVA, de branchevereniging van adverteerders zijn de tarieven van TV-reclame een grote zorg. Ster kondigde eerder al aan dat TV-reclame 24% duurder wordt, vorige week presenteerde RTL een tariefverhoging van 7,5% tot 21%. Directeur Henriette van Swinderen zegt hierover: “Zelfs in tijden van hoge inflatie zijn dit ongekende percentages. Dit is een groot punt van zorg bij mijn achterban.”
De Bruijn en Van Swinderen worden bijgestaan door Tjitske Maathuis (Mediaplus): “Voor sommigen van de adverteerders wordt TV-reclame onbetaalbaar. Zij moeten andere advertentiemogelijkheden in hun mix overwegen.’ Alternatieven zijn dan al gauw de digitale videoplatformen. Netflix is onlangs van start gegaan met een goedkoper abonnement met reclame.”
De Bruijn ziet naast TV-achtige alternatieven ook toekomst in andere kanalen. Bijvoorbeeld radio, waar de tarieven voorlopig ongewijzigd blijven en buitenreclame. In het artikel lezen we: “Hij sluit niet uit dat adverteerders 4 à 5% van hun budget overhevelen naar radio. Vergelijkbare verschuivingen zijn mogelijk richting buitenreclame en allerlei andere vormen van online reclame.”